1. De scheidsrechter controleert voor de aanvang van de wedstrijd:
A) De vergunning van alle personen die op het wedstrijdformulier vermeld staan (aantekenaar, tijdopnemer, operator 24", terreinafgevaardigden, coach, assistent-coach, spelers).
(1) de jaarlijks uitgereikte verplichte technische vergunning van coaches en assistent-coaches
(2) met uitzondering van het geval voorzien in CD art. 278, 279, 280 en 295 bis en voor de recreatieve ploegen moeten de spelers toegewezen zijn aan de club waarvoor zij spelen.
(3) de terreinafgevaardigden moeten toegewezen zijn aan de club die zij vertegenwoordigen.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier dienen de scheidsrechters enkel de identiteit te verifiëren van de personen die op het wedstrijdformulier vermeld staan.
B) De vergunning van alle andere personen met speciale verantwoordelijkheden, voorzien in de Officiële Basketbalregels onder Art.4 , en die zich in het gebied van de spelersbank bevinden. Zij moeten niet noodzakelijk toegewezen zijn aan de clubs welke de wedstrijden betwisten maar moeten in het bezit zijn van een vergunning. Indien één van deze personen geen vergunning kan voorleggen, zal de scheidsrechter de betrokkene verbieden plaats te nemen in het gebied van de spelersbank.
C) De identiteit vaststellen van alle spelers, ongeacht hun leeftijd, die deelnemen aan een wedstrijd vanaf de categorie U16, de coaches, assistent-coaches, de terreinafgevaardigde en van de andere personen die plaats nemen in het gebied van de spelersbank (zie b)
Om de identiteit van een lid te kunnen controleren moet het lid zijn lidkaart met officiële pasfoto, ofwel zijn geldige identiteitskaart, ofwel zijn geldig paspoort, ofwel zijn geldige elektronische verblijfsvergunning, ofwel een tijdelijk geldig vervangend document met pasfoto voorleggen.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier mag de identiteit digitaal geverifiëerd worden via de pasfoto die daarin opgenomen is.
D) Het medisch attest van de spelers en dit cfr.art. CD 235. Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier is de speler vrijgesteld van het fysiek voorleggen van het medisch attest bij aanvang van de wedstrijd op voorwaarde dat dit op het formulier vermeld staat.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier is de speler vrijgesteld van het fysiek voorleggen van het medisch attest bij aanvang van de wedstrijd op voorwaarde dat dit op het formulier vermeld staat.
E) De lijst van de ingeschreven spelers en dit enkel voor de resultaatgebonden wedstrijden. Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier dient de lijst van ingeschreven spelers niet voorgelegd te worden.
F) Alle bovengenoemde documenten, met uitzondering van de identiteitskaart of het paspoort, mogen desgewenst digitaal worden voorgelegd.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier is de uitzondering van toepassing zoals vermeld in punt 1.c.
2. Indien de vergunning ontbreekt van een persoon die op het wedstrijdformulier is ingeschreven, dan noteert de scheidsrechter een “L” naast de naam van de betrokkene en zal deze laatste zijn naam, voornaam, geboortedatum en -plaats op de keerzijde van het wedstrijdformulier noteren en zijn handtekening plaatsen.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier controleert de scheidsrechter bij de persoon waarvan de vergunning ontbreekt of de naam en geboortedatum correct zijn ingegeven in het formulier.
Indien na controle door het bevoegd Departement blijkt dat de betrokkene een vergunning heeft, maar deze niet kon voorleggen, dan wordt er een boete, voorzien in de TTB, opgelegd voor deze wedstrijd, maar niet voor hen, die hun tijdig aangevraagde vergunning nog niet ontvingen.
Indien na controle door het bevoegd Departement blijkt dat de betrokkene een speler en/of coach en/of assistent-coach is, die geen vergunning heeft, dan wordt er bijkomend een forfait, voorzien in de TTB, opgelegd voor deze wedstrijd.
Indien de vergunningen van alle spelers ontbreken, dan noteert de scheidsrechter een “ L ” naast de naam van de betrokkenen. Enkel de kapitein noteert zijn naam, voornaam, geboortedatum en – plaats op de keerzijde van het wedstrijdformulier en plaatst zijn handtekening.
Indien de kapitein de coaching waarneemt en geen geldige technische vergunning kan voorleggen dan noteert hij zijn naam, voornaam, geboortedatum en -plaats op de keerzijde van het wedstrijdformulier. De scheidsrechter tekent de vaststelling van het ontbreken van de technische vergunning.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier controleert de scheidsrechter of de kapitein die geen geldige technische vergunning kan voorleggen, correct zijn naam en geboortedatum heeft ingegeven in het formulier.
3. Indien een lid zijn identiteit niet kan staven, zal de scheidsrechter een “I” noteren naast de naam van de betrokkene en deze zal zijn naam, voornaam, geboortedatum en -plaats op de keerzijde van het wedstrijdformulier noteren en zijn handtekening plaatsen. De boete voorzien in de TTB zal toegepast worden.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier geeft de scheidsrechter een opmerking in bij de desbetreffende speler en vermeldt “I”.
4. Indien het medisch attest ontbreekt of niet volledig is (zie 1 d.) zal de scheidsrechter een “A” noteren naast de naam van de betrokkene. Indien het medisch attest niet bestaat zal een boete worden opgelegd, zoals voorzien in de TTB. Het medisch attest wordt beschouwd als niet-bestaande indien het niet wordt voorgelegd bij de eerste resultaatgebonden wedstrijd van betrokken speler. Indien de medische attesten van alle spelers ontbreken, dan noteert de scheidsrechter een “A” naast de naam van de betrokkenen. Enkel de kapitein noteert zijn naam, voornaam en geboortedatum op de keerzijde van het wedstrijdformulier en plaatst zijn handtekening. Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier geeft de scheidsrechter een opmerking in bij de desbetreffende speler(s) en vermeldt “A”.
Indien de medische attesten van alle spelers ontbreken, dan noteert de scheidsrechter een “A ” naast de naam van de betrokkene. Enkel de kapitein noteert zijn naam, voornaam en geboortedatum op de keerzijde van het wedstrijdformulier en plaatst zijn handtekening.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier geeft de scheidsrechter een opmerking in bij de desbetreffende speler en vermeldt “A”.
5. Indien de lijst van de ingeschreven spelers van de ploeg die de wedstrijd betwist ontbreekt, dan noteert de scheidsrechter een “R” vóór de naam van de club. De kapitein van de betrokken club noteert op de keerzijde van het wedstrijdformulier «de lijst van de ingeschreven spelers ontbreekt », plaatst zijn handtekening en noteert zijn naam, voornaam en geboortedatum.
Indien een speler, ongeacht de leeftijd, niet voorkomt op bedoelde lijst, dan noteert de scheidsrechter een “R” vóór de naam van de betrokkene.
Indien na controle door het bevoegd Departement blijkt dat de lijst van de ingeschreven spelers van de ploeg die de wedstrijd betwistte niet bestaat of de speler niet op de lijst voorkomt of niet voorkomt op de lijst van een lagere afdeling (eventueel niveauoverschrijdend) van betrokken club volgens de bepalingen van CD 253 pt 6a, met uitzondering van de jeugdspelers zoals bepaald in CD 253 pt 6b die op geen enkele lijst zijn ingeschreven, dan wordt een forfait uitgesproken en een boete voorzien in de TTB opgelegd voor deze wedstrijd.
Indien na controle door het bevoegd Departement blijkt dat bedoelde lijst wel degelijk bestaat, maar deze enkel nie t voorgelegd werd, dan wordt enkel een boete voorzien in de TTB opgelegd.
Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier is de vrijstelling tot voorlegging voorzien in 1.e. van toepassing.
6. Voor de vergunningen, medische attesten en de lijst van de ingeschreven spelers zijn kopieën toegelaten. (zie ook hoger pt. 1.f.)
7. Ingeval van buitenlandse spelers noteert de scheidsrechter een “E” voor de naam van de speler. Bij het gebruik van het digitaal wedstrijdformulier dient er niets genoteerd te worden bij een buitenlandse speler