Onder haatspraak verstaan we: 'Uitspraken, tekeningen, afbeeldingen, filmpjes… die een groep of persoon aanvallen op basis van kenmerken als ras, religie, afkomst, geaardheid, geslacht…'
Natuurlijk is de ene situatie al ernstiger dan de andere. De ergte-graad houdt onder andere rekening met inhoud en toon, intentie, doelwit, context en impact. Een achterliggend narratief achterhalen is niet altijd evident. Soms heeft de persoon die haatspraak, racisme uit zelf geen zicht op waar zijn mening vandaan komt. In andere gevallen is het niet gemakkelijk om de openheid te faciliteren die nodig is voor zo’n gesprek en bots je op weerstand. Je hebt niet alles volledig in de hand, maar als je start met een stevige basishouding, kom je al een heel eind.
Willen we racisme effectief aanpakken, dan komt het er dus op aan deze dieperliggende boodschap op het spoor te komen en te herkennen. De kans op een oprecht, open gesprek vergroot wanneer we de ander niet meer als een “te bekeren tegenstander” zien, maar als een bondgenoot. We kunnen natuurlijk geen bondgenoot zijn van de persoon in zijn/haar racistische mening of gedrag. Racisme kan niet door de beugel, het kwetsten heeft ernstige gevolgen. We kunnen echter wel volop bondgenoot zijn van de persoon in zijn/haar zoektocht naar een goede woon-werk-en leefomgeving. In concrete gesprekken met mensen die racistische uitspraken doen of racistisch gedragstellen, betekent bondgenootschap:
- oprecht en onbevooroordeeld luisteren na wat de ander te vertellen heeft. We laten daarbij ook best de eigen inschatting van de oorzaken achter racistisch denken los en geven op die manier de ander ruimte om dit te verwoorden
- We vermijden de ander bij voorbaat als een onverbeterlijke racist te beoordelen. Het komt er op aan om ons oordeel lang genoeg uit te stellen.
- stil zijn en vooral, het vanbinnen stil maken: niet zozeer “ik ben al bezig met mijn tegenargument”, ”wat zal ik daarop kunnen antwoorden?”, “ik moet de migranten verdedigen”, maar wel “ik ben nieuwsgiering en benieuwd naar wat de persoon mij te vertellen heeft”.
- Herformuleren wat de persoon precies zei, als tastbaar teken van dit luisteren: “ik heb je mening op volgende manier begrepen, klopt dit?”
- het eigen standpunt of je mening niet meteen uitspreken. Dit kan later eventueel wel aan bod komen. Nu geen uitspraak doen, betekent niet dat je je mening of standpunt verloochent.
- de ander de kans geven om zijn ongenoegen kwijt te kunnen. Ventileren, even zijn kwaadheid of bezorgdheid ongeremd te kunnen uiten lucht echt op. Het is soms een noodzakelijke tussenstap voor mensen om bereikbaar te zijn voor een constructief gesprek.
- de persoon ernstig nemen, zeker wanneer ze negatieve ervaringen vertelt.
- ...
Concluderend kunnen we stellen dat je op verschillende manieren kan reageren op haatspraak/racisme en dat het ook zeer belangrijk is om het het slachtoffer aan te spreken. 'Ik vind het echt niet ok wat er met jou gebeurde' of 'kan ik je helpen op de een of andere manier'. Dit gebeurt vaak te weinig, waardoor het slachtoffer zich heel alleen voelt.
(bron: Centrum Ethiek in de Sport)